Begin van de schietsport
Zodra u lid bent, krijgt u “schietles” van een vaste, gekwalificeerde instructeur. Het is deze instructeur die bepaalt of u zelfstandig mag schieten. Hij beoordeelt of u veilig met een wapen kunt omgaan en of u de elementaire techniek van het schieten beheerst. Deze instructeur geeft aan wanneer dat moment is, daarover kan geen discussie bestaan. Vanaf dat moment mag u zelfstandig de baan op met een verenigingswapen. De bijbehorende munitie schaft u bij ons aan. De eerste 12 maanden dat u lid bent van de KNSA (dus incl. half jaar aspirantschap) schiet u met klein kaliber wapens (0.22). Daarna mag u met groot kaliber schieten, maar uitsluitend met verenigingswapens. U bent verder vrij om te bepalen met welk type wapen u wilt schieten. Pistool, revolver of geweer, die keus is aan u. De procedure is hetzelfde.
Een eigen wapen aanschaffen is mogelijk. U vraagt daarvoor een zogeheten “verlof” aan. Een van de vereisten is dat u 18 jaar of ouder bent en minimaal 18 maanden bij ons als actief lid staat ingeschreven (aspirant en volledig lidmaatschap samen). Het eerste wapen is altijd een wapen kaliber .22. uit een KNSA-discipline.
In de 12 maanden ná het aspirantschap dient u minimaal 18 schietbeurten te hebben gehad binnen de verenigingscompetitie.
Heeft u verlof voor een type wapen dan mag u geen overgebleven patronen meenemen van een kaliber wapen dat niet op uw verlof staat. Die patronen levert u direct na het schieten weer in bij de balie.