Artikel 1 naam en zetel

  1. De vereniging draagt de naam: Schietsportvereniging ‘De Vrijheid Hoorn’.
  2. Zij heeft haar zetel te Hoorn.
  3. Zij is aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 2 doel

  1. De vereniging heeft ten doel het doen beoefenen en het bevorderen van de schietsport.
  2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
  3. wedstrijden te doen houden;
  4. oefening van de aspirantleden, jeugdleden en leden te verzorgen;
  5. evenementen op het gebied van de schietsport te organiseren;
  6. de nodige accommodatie aan te brengen en in stand te houden.

Artikel 3 leden

  1. Leden van de verenging zijn zij, die op de eerste januari van het verenigingsjaar de achttienjarige leeftijd hebben bereikt en na hun aspirant lidmaatschap tot vereniging als lid zijn toegelaten of na hun aspirant lidmaatschap tot de vereniging als junior lid zijn toegelaten en vervolgens tot de vereniging als lid zijn toegelaten. Minderjarigen behoeven voor toelating als lid de schriftelijke toestemming van hun wettelijk vertegenwoordiger.
  1. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.

Artikel 4 jeugdleden, ereleden en aspirant-leden

  1. Jeugdleden van de vereniging zijn zij, die op de eerste januari van het verenigingsjaar de twaalfjarige leeftijd hebben bereikt, op de eerste januari van het verenigingsjaar de achttienjarige leeftijd nog niet hebben bereikt en na hun aspirant lidmaatschap tot de vereniging als jeugdlid zijn toegelaten. Minderjarigen behoeven voor toelating als jeugdlid de schriftelijke toestemming van hun wettelijk vertegenwoordiger.
  1. Ereleden zijn zij, die zich jegens de vereniging op bijzonder eervolle wijze onderscheiden hebben, door de algemene vergadering als zodanig zijn benoemd en die benoeming hebben aanvaard. Een besluit houdende benoeming tot erelid behoeft ten minste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen.
  1. Aspirantleden zijn zij, die de schietsport actief (willen gaan) beoefenen of beoefend hebben, te kennen hebben gegeven als lid of jeugdlid tot de vereniging te willen toetreden, op de eerste januari van het verenigingsjaar de twaalfjarige leeftijd hebben bereikt en als aspirantlid zijn toegelaten. Minderjarigen behoeven voor toelating als aspirantlid de schriftelijke toestemming van hun wettelijk vertegenwoordiger

    Het bestuur beslist omtrent de toelating als aspirantlid binnen drie maanden na schriftelijke aanmelding. Degene, die om toelating als aspirantlid heeft verzocht, wordt geacht door het bestuur toegelaten te zijn, indien hij niet binnen vier maanden na aanmelding door het bestuur schriftelijk in kennis is gesteld, onder opgave van de redenen van de niet toelating, in welk geval het bestuur verplicht is te wijzen op de beroepsmogelijkheid als hierna in dit lid bedoeld. Van een besluit tot niet toelating als aspirantlid staat de betrokkene binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering.

  1. Het bestuur beslist na zes maanden, doch binnen twaalf maanden na de toelating als aspirantlid of het aspirantlid als jeugdlid of als lid tot de vereniging wordt toegelaten. 

    Het bestuur deelt haar beslissing binnen één maand na het besluit schriftelijk mee aan het aspirantlid.

    Bij niet toelating door het bestuur van het aspirantlid als jeugdlid of als lid dienen de redenen van de niet toelating vermeld te worden, terwijl het bestuur daarnaast verplicht is te wijzen op de beroepsmogelijkheid als hierna in dit lid bedoeld.

    Van een besluit tot niet toelating van het aspirantlid als jeugdlid of als lid staat de betrokkene binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering.

    Bij niet toelating van het aspirantlid als jeugdlid of als lid eindigt het aspirant lidmaatschap.

  1. Het bestuur beslist in het jaar onmiddellijk voorafgaande aan het jaar, waarin het jeugdlid op de eerste januari van het verenigingsjaar de achttienjarige leeftijd zal hebben bereikt, of het jeugdlid als lid tot de vereniging wordt toegelaten.  Het bestuur deelt haar beslissing binnen één maand na het besluit schriftelijk mee aan het jeugdlid.

    Bij niet toelating door het bestuur van het jeugdlid als lid dienen de redenen van de niet toelating vermeld te worden, terwijl het bestuur daarnaast verplicht is te wijzen op de beroepsmogelijkheid als hierna in dit lid bedoeld.

    Van een besluit tot niet toelating van het jeugdlid als lid staat de betrokkene binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering.

    Bij niet toelating van het jeugdlid als lid eindigt het jeugd-lidmaatschap.

  1. Aspirantleden en jeugdleden hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die, welke hen bij of krachtens de statuten en het huishoudelijk reglement zijn toegekend en opgelegd.
  2. Ereleden hebben dezelfde rechten en verplichtingen als in de wet, deze statuten en het huishoudelijk reglement aan de leden zijn toegekend, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 lid 3.
  3. Het bestuur houdt een register, waarin de namen en adressen van alle aspirantleden, jeugdleden en ereleden zijn opgenomen.

Artikel 5 einde van het lidmaatschap

  • Het lidmaatschap eindigt:
  1. door het overlijden van het lid;
  2. door opzegging door het lid;
  3. door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
  4. door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
  • Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
  • Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts schriftelijk geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
  • Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
  • Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.
  • Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
  • Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkenen binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering.

    Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld.

    Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.

  • Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.

Artikel 6 einde van de rechten en verplichtingen van aspirantleden en van jeugdleden

  • De rechten en verplichtingen van een aspirantlid kunnen te allen tijde door het aspirantlid door opzegging worden beëindigd, in welk geval geen beslissing over toelating als jeugdlid of als lid tot de vereniging wordt genomen. Tevens eindigen de rechten en verplichtingen van een aspirantlid bij niet toelating van het aspirantlid als jeugdlid of als lid.
  • De rechten en verplichtingen van een jeugdlid kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaarlijkse bijdrage over het lopende verenigingsjaar voor het geheel blijft verschuldigd.
  • Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.

Artikel 7 jaarlijkse bijdragen

  • De leden (ereleden daaronder niet begrepen) en de jeugdleden zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage, die door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende bijdrage betalen. 
    Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
  • Aspirantleden betalen voor de duur van hun aspirant lidmaatschap een door de algemene vergadering vast te stellen bijdrage.
    Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende bijdrage betalen. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
  • Ereleden zijn vrijgesteld van het betalen van een jaarlijkse bijdrage.

Artikel 8 rechten van jeugdleden en aspirant-leden

  • Behalve de overige rechten die aan jeugdleden en aan aspirantleden bij of krachtens deze statuten en het huishoudelijk reglement worden toegekend, hebben zij het recht de door de vereniging georganiseerde wedstrijden, oefeningen en andere evenementen bij te wonen.

Artikel 9 bestuur

  • Het bestuur bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste negen personen, die door de algemene vergadering worden benoemd. De benoeming geschiedt uit de leden.
  • De benoeming van bestuursleden geschiedt uit één of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 3. 

    Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als ten minste tien leden. Het bestuur deelt de leden ten minste zes weken vóór de vergadering de voordracht van het bestuur (of het ontbreken daarvan) mede. Een voordracht door tien of eer leden moet binnen twee weken nadat de voordracht van het bestuur (of het ontbreken daarvan) aan de leden ter kennis is gebracht schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.

    Voordrachten (of het ontbreken· daarvan) worden bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld.

  • Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene· vergadering, genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden vertegenwoordigd is.
  • Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in de keus.
  • Indien er meer dan één bindende voordracht is geschiedt de benoeming uit die voordrachten.

Artikel 10 einde bestuurslidmaatschap – periodiek lidmaatschap – schorsing

  • Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
  • Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding. 

    Het rooster van aftreding dient zodanig te worden opgesteld dat onder de af te treden bestuursleden zich telkenmale één bestuurslid uit de kring van voorzitter, secretaris en penningmeester bevindt.

    De afgetredene is herkiesbaar; wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.

  • Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
  1. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
  2. door bedanken.

Artikel 11 bestuursfuncties – besluitvorming van het bestuur.

  • De voorzitter, de secretaris en de penningmeester worden door de algemene vergadering in functie gekozen. Een bestuurslid kan niet meer dan één functie bekleden.
  • Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt, die na vaststelling door het bestuur ten bewijze daarvan door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend. In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel van de voorzitter omtrent de totstandkoming en de inhoud van een besluit niet beslissend.
  • Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven.

Artikel 12 bestuurstaak – vertegenwoordiging.

  • Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
  • Indien het aantal bestuursleden beneden vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
  • Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
  • Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden beroep worden gedaan.
  • Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot:
  1. onverminderd het bepaalde onder II het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen een jaarlijks door de algemene vergadering vast te stellen bedrag of waarde te boven gaande;
  2. a. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van onroerende goederen;
  3. het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend;
  4. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verleend bankkrediet;
  5. het aangaan van dadingen;
  6. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden;
  7. het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
  • Onverminderd het in de laatste volzin van lid 4 bepaalde wordt de vereniging in en buiten rechte uitsluitend vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende bestuursleden uit de kring van voorzitter, secretaris en penningmeester.

Artikel 13 jaarverslag – rekening en verantwoording.

  • Het verenigingsjaar loopt van één januari tot en met één en dertig december.
  • Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
  • Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Na verloop van de termijn kan ieder lid bij niet nakoming deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen.
  • De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van ten minste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
  • Vereist het onderzoek de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven.
  • De last van de commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
  • Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 2 en 3, tien jaren lang te bewaren.

Artikel 14 algemene vergaderingen

  • Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
  • Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering, de jaarvergadering, gehouden. In de jaarvergadering komen ondermeer aan de orde:
  1. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 3 met het verslag van de aldaar bedoelde commissie;
  2. de benoeming van de in artikel 3 genoemde commissie voor het volgende verenigingsjaar;
  3. voorziening in eventuele vacatures;
  4. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering;
  5. de vaststelling van het bedrag of de waarde als bedoeld in artikel 2, lid 5, sub I;
  6. de vaststelling voor het eerstkomende verenigingsjaar van de jaarlijkse bijdrage als bedoeld in artikel 7;
  7. de vaststelling voor het eerstkomende verenigingsjaar van de begroting.
  • Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
  • Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte der stemmen verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 8 of bij advertentie in tenminste een ter plaatse waar de vereniging gevestigd is veel gelezen dagblad.

Artikel 15 toegang en stemrecht

  • Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de vereniging, alle jeugdleden en alle aspirant-leden. Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden, met dien verstande dat, indien een geschorst lid een beroep doet op de algemene vergadering als bedoeld in artikel 5 lid 7, hij toegang heeft tot de algemene vergadering waarin zijn beroep behandeld wordt, doch alleen gedurende de behandeling van dat beroep, en dat een geschorst bestuurslid toegang heeft tot de algemene vergadering, waarin een beslissing omtrent het al dan niet ontslaan van het geschorste bestuurslid zal worden genomen, doch alleen gedurende de beraadslagingen daaromtrent.
  • Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de algemene vergadering.
  • Ieder lid van de vereniging dat niet geschorst is heeft één stem.
  • Een lid kan zich ter vergadering laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke ter beoordeling van de voorzitter der vergadering voldoende volmacht, welke volmacht vóór de vergadering aan de voorzitter overlegd dient te worden. Een lid kan daarbij slechts voor één medelid als volmachtigde optreden.

Artikel 16 voorzitterschap – notulen

  • De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de vereniging. 

    Ontbreekt de voorzitter, dan treedt één der andere bestuursleden door het bestuur aan te wijzen als voorzitter op.

    Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.

  • Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die na vaststelling door de eerstvolgende algemene vergadering ten bewijze daarvan door de voorzitter en de notulist worden ondertekend. 

    Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken.

    De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden, de jeugdleden en de aspirantleden gebracht.

 

Artikel 17 besluitvorming van de algemene vergadering

  • Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door de vergadering een besluit is genomen is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voorzover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
  • Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  • Voorzover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
  • Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
  • Indien bij een verkiezing ter voorziening in een vacature niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, dan vindt een herstemming plaats, tenzij gestemd is tussen twee personen, in welk geval de laatste alinea van dit lid van toepassing is. 

    Is bij de eerste stemming het grootste aantal stemmen op twee personen uitgebracht, dan vindt een herstemming plaats tussen die personen.

    Is bij de eerste stemming het grootste aantal stemmen op meer dan twee personen uitgebracht, dan wordt door loting bepaald op welke twee personen van die personen bij herstemming stemmen kunnen worden uitgebracht; alsdan vindt herstemming plaats tussen de twee door het lot aangewezen personen.

    Is bij de eerste stemming het grootste aantal stemmen op één persoon uitgebracht (zonder de volstrekte meerderheid te hebben verkregen) en het op een na grootste aantal stemmen eveneens op één persoon uitgebracht, dan vindt een herstemming plaats tussen die personen.

    Is bij de eerste stemming het grootste aantal stemmen op één persoon uitgebracht (zonder de volstrekte meerderheid te hebben verkregen) en het op één na grootste aantal stemmen op twee of meer personen uitgebracht, dan wordt door loting bepaald op wie van degenen met het op één na grootste aantal stemmen bij herstemming gestemd kan worden; alsdan vindt herstemming plaats tussen de door het lot aangewezen persoon en degene met het grootste aantal stemmen.

    Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot, wie van beiden is gekozen.

  • Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, dan is het verworpen.
  • Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangt. 

    Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.

    Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.

  • Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen·, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
  • Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de order komende onderwerpen, dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding, ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.

Artikel 18 bijeenroeping algemene vergadering

  • De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. 

    De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de aspirant-leden, jeugdleden en ereleden volgens het register bedoeld in artikel 4 lid 8 en aan de adressen van de leden volgens het register bedoeld in artikel 3.

    De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste twee weken.

  • Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 9.

Artikel 19 statutenwijziging

  • In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijzigingen van de statuten zullen worden voorgesteld.
  • Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden, jeugdleden en aspirantleden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld, aan alle leden, jeugdleden en aspirantleden toegezonden.
  • Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering, waarin ten minste drie/vierde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet drie/vierde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan wordt na verloop van twee weken doch binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering· aan de orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen.
  • Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt.

Artikel 20 ontbinding

  • De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing.
  • Het batig saldo na vereffening vervalt aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren. Ieder hunner ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven.

Artikel 21 huishoudelijk reglement

  • De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
  • Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.

Artikel 22 slotbepaling

  • In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten als het huishoudelijk reglement niet voorzien, beslist het bestuur. 

    De comparanten mij, notaris bekend.

    Waarvan akte in minuut is verleden te Hoorn op de datum in het hoofd dezer akte vermeld.

    Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte aan de verschenen personen, hebben deze eenparig verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. Vervolgens is deze. akte na beperkte voorlezing door de comparanten en mij, notaris, ondertekend.